Menu
Homepage---Menu-NVSHA---NVSHA-01-Ambu-01

Brief NVSHA d.d. 26 oktober aan minister van Ark

donderdag 05 november

Op 23 oktober jl. schreef het ministerie van Volksgezondheid Welzijn en Sport een brief aan de Tweede Kamer met als onderwerp het tijdelijk beleidskader voor het waarborgen van de acute zorg in de COVID-19 pandemie.

Deze brief heeft ons, de Nederlandse Vereniging van Spoedeisende Hulpartsen (NVSHA), onaangenaam getroffen. De reden is dat wij bij het tot stand komen brief ervan niet gehoord of anderszins betrokken zijn terwijl nu juist de Spoedeisende Hulpen in heel Nederland onder druk staan.

De Spoedeisende Hulp afdeling is dé entree van het ziekenhuis en het domein van de spoedeisendehulp-artsen. Wij bekleden een spilfunctie in de acute zorg. Niet alleen zien en behandelen wij als eerste patiënten die in acute nood in het ziekenhuis aankomen, maar wij bepalen tevens het vervolg van de behandeling. Wij beslissen of de patiënt naar een IC, naar een verpleegafdeling gaat of wordt uitgeplaatst naar een ander ziekenhuis. Een SEH-arts overziet de acute zorgketen. Onze rol kan worden getypeerd als ‘regisseur van de acute zorg’.

Het heeft ons vanaf het begin van deze COVID-19 pandemie ook verbaasd dat wij niet zijn uitgenodigd voor het Outbreak Management Team (OMT). Ook is de NVSHA niet anderszins geraadpleegd door het ministerie, noch zijn wij structureel in andere overleggen betrokken.

Het is opvallend dat er op de lijst van deelnemers aan het OMT wel intensivisten, longartsen, internisten, kinderartsen, specialisten Ouderengeneeskunde, artsen Maatschappij en Gezondheid en huisartsen staan, maar de SEH-artsen, die nota bene in het ziekenhuis de eerste opvang van coronapatiënten voor hun rekening nemen, niet zijn vertegenwoordigd.

Er wordt aan verschillende tafels veelvuldig over de SEH-zorg overlegd zonder dat de SEH-artsen aanwezig zijn. Er wordt dus wel over ons, maar niet mét ons gesproken! Dat vindt de NVSHA onverteerbaar. Het is niet alleen inhoudelijk onverstandig - de expertise van ‘de werkvloer’ wordt niet betrokken bij de afwegingen -, maar het is ook moeilijk uit te leggen aan onze leden. Het zijn immers de SEH-artsen die dag en nacht een centrale rol spelen in de opvang van coronapatiënten en non-covidpatiënten in onze ziekenhuizen.

Het bovenstaande geldt overigens ook voor een vertegenwoordiging van de SEH-arts in het Landelijk Netwerk Acute Zorg (LNAZ). Wij stellen vast dat te midden van de deelnemende ketenpartners ook hier de Spoedeisende Hulp niet is vertegenwoordigd.

Wij hebben het ministerie dan ook dringend gevraagd om te bevorderen dat de Nederlandse Vereniging van Spoedeisende Hulpartsen wordt uitgenodigd om deel te nemen aan het OMT en binnen de overleggen van het LNAZ.

Uit het bovenstaande blijkt dat wij ervan overtuigd zijn dat onze specifieke expertise en praktijkervaring van waarde is bij beslissingen over de vraag hoe de acute zorg kan worden gewaarborgd, zeker nu het COVID-19 virus nog geen halt is toegeroepen.

Onze betrokkenheid is extra urgent nu we zien dat tijdens de tweede golf de druk in de ziekenhuizen zich heeft verplaatst van de IC’s naar de SEH’s en de acute zorg nu al enkele weken fors onder druk staat. Niet alleen voor de Covid, maar ook voor de non-Covid patiënten.

Deel dit via: Naar nieuwsoverzicht
Sluiten